Bas Jacobs kreeg het schuim op de mond. Bij zijn jaarlijstje aan
boekentips voor de Financiële Telegraaf kon hij het niet laten Raworth’s donut als anti-tip op te nemen:
“Dit is het intellectueel armoedigste en meest ergerniswekkende economieboek van 2017. Raworth bouwt vele stropoppen van de economie en haar beoefenaren om die vervolgens met veel misbaar omver te trekken. Het is mij een raadsel waarom Raworth zo populair is bij de pers. Zo beweert ze ten onrechte dat economen streven naar maximale economische groei.”
Om eerlijk te zijn zat ik met dit boek in mijn maag. Het was een gemakkelijke optie geweest om het te negeren omdat Raworth’s Nederlandse vakgenoten het niet erg serieus nemen. Anderzijds schrijf ik niet (alleen) voor economen, maar ook voor een breder publiek. En dat ze een snaar raakt, is ontegenzeggelijk het geval.
Uiteindelijk werd het een verhaal voor voorin de krant, waarvoor ik naar haar optreden in het Hofpleintheater in Rotterdam ging en waarvoor ik haar niet in haar eentje interviewde, maar in een dubbelinterview met criticaster Robert Dur, hoogleraar te Rotterdam. In het theater zag ik de aantrekkingskracht van haar betoog om het allemaal anders te gaan doen, in het dubbelinterview kreeg ze weerwoord.
Ter voorbereiding las ik het boek. En ik moet zeggen dat ik de ergernis van economen deel. Ikzelf ben ook economisch opgeleid en ik herkende haar kritiek op de economische opleidingen helemaal niet. Ze schrijft dat ze activist wilde worden voor Oxfam of Greenpeace en dat ze economie ging studeren ter voorbereiding. Dat liep uit op een teleurstelling.
Ze vond tijdens haar studie geen weerklank voor haar bevlogen idealisme. Er kwam nogal wat wiskunde en modellenwerk bij kijken en milieu en klimaat speelden een ondergeschikte rol in de studie. Je vraagt je af of ze niet heel verkeerde verwachtingen had van een studie economie.
Het boek wordt pas echt vervelend als ze een karikatuur schetst van het economisch vakgebied:
“In de twintigste eeuw verloor de economische wetenschap het verlangen om haar doelstellingen te benoemen: bij afwezigheid hiervan werd het economische nest gekaapt door het koekoeksdoel van de groei van het bbp.”
Volgens Raworth zou een zo hoog mogelijke groei het hoogste doel van economen zijn. Dat is een onjuist verwijt. Misschien is het dat het doel van sommige beleidsmakers die met economische ramingen aan de haal gaan. En zelfs dat is niet helemaal waar. Want alle beleidsmakers streven naar groei binnen randvoorwaarden van werkgelegenheid, gelijkheid en milieu. Het hangt van je politieke voorkeur af hoe zwaar die randvoorwaarden wegen en of het wel echt randvoorwaarden zijn.
Het irritante is dat Raworth gewiekst overal mee wegkomt. Ze wil haar punt maken ten koste van economen, maar zelf zegt ze dat het haar niet om de econoom te doen is maar om de economische opleiding:
“Mijn boek gaat niet over economen, maar over Economie zoals studenten dat onderwezen krijgen. Mijn boek is geen kritiek op wat economen doen, maar kritiek op wat economen moeten onderwijzen aan bachelor-studenten. Zij zijn de politici van de toekomst, de bestuurders in het bedrijfsleven, de activisten, de advocaten, de journalisten. Ik wil de economie-studie veranderen. Want die studie bepaalt hoe we ons gezamenlijk de economie voorstellen.”
Toch voert ze allerlei economen op in haar boek. Het beeld dat ze schetst van de economie-opleiding herken ik in ieder geval niet. Daar komt dan nog bij dat die opleidingen niet meer hetzelfde zijn als dertig jaar geleden. Klimaat en ongelijkheid, om maar twee grote thema’s te noemen, krijgen zeer veel aandacht van huidige economen.
Als Robert Dur zegt dat haar beeld niet strookt met de praktijk van de Erasmus Universiteit, zegt ze dat Rotterdam dan een uitzondering is:
Dur: “Mijn indruk is dat ook macro-economen heel goed begrijpen dat er limieten aan groei zijn.”
Raworth: “Dat college wil ik volgen, Robert! Dat heb ik nog nooit meegemaakt.”
De laatste vraag na haar optreden in het Hofpleintheater was van een consultant die overheden adviseert over milieubeleid. Hij zei dat hij nogal ‘teleurgesteld’ was. Hij miste concrete ‘tools’ van haar. In zijn adviespraktijk bleek het economisch denken nuttiger om tot goed milieubeleid te komen. Op z'n Raworth’s glibberde ze gemakkelijk weg: “Geen wonder dat de economische tools beter ontwikkeld zijn, daar is al 250 jaar aan gewerkt. Deze ideeën zijn vrij nieuw. Laten we over 5 jaar nog eens praten.”
Komende maanden vervolgt Raworth haar zegetocht in andere Europese landen als andere vertalingen uitkomen. Ondanks haar succes zit de kritiek van economen haar duidelijk niet lekker: