De kinderen hebben voorjaarsvakantie. Een uitgelezen moment voor logeerpartijtjes. Daarom kwam donderdag een vriendinnetje van mijn dochter donderdag logeren. Na het eten keken we gezellig met z'n allen een film, Everst, de jonge Yeti. Het voelde meteen als weekend. Maar dat weekendgevoel verdween alweer snel toen we daarna Nieuwsuur gingen kijken. De kinderen lagen op bed, zachtjes fluisterend tegen elkaar - vol verhalen, en wij zaten naar een extra lange uitzending van het actualiteitenprogramma te kijken.
Op een gegeven moment betrapten we onszelf erop dat we al een uur zwijgend op de bank zaten. Met totale verbijstering lieten we het nieuws van die dag aan ons voorbij trekken. Ik was die dag uiteraard op de redactie ook al bezig geweest met de Russische invasie in Oekraïne. Maar op zo'n nieuwsdag doet iedereen zijn eigen deeltaak en dus was ik druk met economen te bellen om te vragen naar de impact voor de Nederlandse economie. Best belangrijk - maar uiteindelijk een zijlijn.
Bij grote internationale gebeurtenissen is Nieuwsuur eigenlijk vast prik. In geen enkel ander programma krijg je zo duidelijk en zo breed een internationale ontwikkeling toegelicht en uitgelegd. Zo ook deze donderdagavond. (Vrijdagavond zaten we overigens weer ademloos die extra lange uitzending uit te kijken.) Wat een verschil met de talkshows die vooral drijven op meningen in plaats van op feiten en beschouwingen.
Die avond daarvoor had Maarten van Rossem nota bene nog lopen oreren (‘mag ik eerst even mijn zin afmaken’) dat president Poetin op dat moment wel klaar was. Dat hij er weinig belang bij zou hebben het land daadwerkelijk verder in te trekken. Het deed denken aan de sussende woorden van Derk Sauer in de voorgaande tijd bij Beau, maar dan in de volstrekte overdrive.
Je kunt hem verdedigen door te stellen dat Poetin volstrekt onberekenbaar is. Maar zeg dát dan. En doe niet net alsof je een Poetin-versteher bent en zijn gedrag kunt voorspellen. Dat is het nadeel van veel tv-programma’s, die drijven op opinies. Gewoon uitleggen hoe iets zit, en dat is het dan, is er niet bij. Ook als economisch journalist word je voortdurend gevraagd te voorspellen hoe iets zal aflopen. Dat was ook mijn les van de eurocrisis - toen Griekenland dus níet uit de eurozone werd gezet - probeer niet te voorspellen. Maar ja, uitleggen en enerzijds, anderzijds is blijkbaar te saai voor tv.
Ik zie overigens ook wel dat wij journalisten de neiging hebben elke dreiging zwaar(der) aan te zetten. Het is pas nieuws als het echt mis kan gaan. De voortdurende dreiging van het uiteenvallen van de euro bijvoorbeeld. Of de situatie in Oekraïne voor de invasie. Ook als journalist moet je er steeds voor op je hoede zijn dat je niet alleen het doemscenario belicht. Veel van de dreigingen die wij beschrijven worden vervolgens vaak niet bewaarheid. Sommigen maken er een soort verdienmodel van. Blijf roepen dat de dollar eens instort. Mocht het een keer gebeuren, dan had jij het bij het rechte eind. En tot die tijd ben en blijf je een interessante spreker met een tot de verbeelding sprekende overtuigende.
Het tegenovergestelde verdienmodel bestaat dus ook, en met name Van Rossum is daar een exponent van. Dan zet je standaard tegenover alle heisa altijd ‘het zal zo'n vaart niet lopen’-verhaal. Dan is 9/11 minder wereldschokkend dan de rest van de wereld vindt. En dan vind je alle heisa over Poetin ook een tikkeltje overdreven. Omdat je dan zo ver van de mainstream afwijkt, levert dat ook weer ‘mooie televisie’ op, wat dat ook moge zijn.
Maar goed, wij zaten voor Nieuwsuur dus. En zagen dat wat de ‘het zal zo'n vaart niet lopen’-roepers niet voor mogelijk hadden gehouden dus toch was gebeurd. Het is oorlog in Europa. Ik ben een jongetje van de jaren tachtig, de tijd van de Koude Oorlog. Maar veel concreter oorlog was het nog niet eerder geweest. Rillingen over mijn rug.