Soms is de doorrekening van het CPB zelf niet de verrassing, maar de maatregelen die partijen hebben ingediend. Het komt nog wel eens voor dat een politieke partij iets bij het CPB inlevert dat helemaal niet in het verkiezingsprogramma stond. Dat gebeurde bijvoorbeeld in 2006 toen uit de doorrekening bleek dat het CDA het ontslagrecht wilde versoepelen. Daarvan was niets in het verkiezingsprogramma te vinden, het bleek wel in de kleine lettertjes van de doorrekening te staan. Toen PvdA-leider Wouter Bos CDA'er Jan Peter Balkenende daarmee probeerde te confronteren koos de laatste voor de aanval: “Meneer Bos, u draait en u bent niet eerlijk”,
kaatste Balkenende terug.
Het CPB heeft dit jaar 2000 beleidsmaatregelen van 10 partijen doorgerekend. Meestal staan die voorstellen al in de programma’s, soms is het een precisering van het programma, soms is het een verrassing. Bij het CDA vond ik er drie:
1. De hypotheekrenteaftrek wordt omgebouwd tot een heffingskorting. Dat betekent dat het geen klassieke aftrekpost meer is die eerst van het inkomen wordt afgetrokken voordat de belasting wordt berekend. Straks gaat het andersom. Eerst wordt de belasting over het volledige inkomen berekend en dan is de hypotheekrente een korting op die belasting. Dat betekent bijvoorbeeld dat de hypotheekrente geen rol meer speelt in het vaststellen van het belastbaar inkomen dat de basis vormt voor toeslagen. Concreet: huizenbezitters hebben bij de kinderopvangtoeslag geen voordeel meer ten opzichte van huurders. Ik vraag me eerlijk gezegd hoe je een heffingskorting kunt koppelen aan daadwerkelijk betaalde rente. En aftrekpost is op basis van echte kosten, een heffingskorting is een vast bedrag voor iedereen of een bedrag dat aan het inkomen is gekoppeld. Ik vroeg er twee fiscalisten naar, maar die kwamen er ook niet. Alles hangt af van de concrete uitwerking van dit plan.
2. De AOW wordt verhoogd. Het CDA trekt daar €0,7 miljard voor uit. Omgerekend zou dat ongeveer €200 per jaar zijn voor gepensioneerden. Daar staat niets over in het verkiezingsprogramma. Misschien is dit bedacht om de koopkrachtplaatjes in de doorrekeningen er een beetje beter uit te laten zien?
3. En dan de adder onder het gras: CDA wil de WW-duur beperken van 2 jaar naar 1 jaar. De maatregel valt niet meteen op, want het 1 van de 2000 die het CPB in de bijlage van de
doorrekening op een rij heeft gezet:
“Het CDA beperkt en verhoogt de WW. De maximale WW-duur wordt één jaar, het CDA verhoogt de uitkering naar 90% van het oude loon in de eerste twee maanden en naar 80% in de daarop volgende vier maanden. Voor het laatste half jaar blijft de uitkeringshoogte, met 70%, ongewijzigd. Deze maatregel is een ombuiging van 0,6 mld euro.”
De uitkering gaat dus de eerste maanden omhoog, maar na een jaar kom je als werkloze in de bijstand terecht. Dat levert dus een besparing op van €600 miljoen. CDA-lijsttrekker Wopke Hoekstra
vindt echt dat ‘de tijd is gekomen’ om deze maatregel door te voeren. In zijn visie moet je werkloze ouderen (want alleen ouderen bouwen voldoende arbeidsverleden op om meer dan 1 jaar WW-rechten te krijgen) wat harder richting een volgende baan duwen, want anders zitten ze maar nietsnuttend thuis: “Het is voor mensen nodig om werk te hebben, want je houdt er ook levensgeluk aan over.”
De stortvloed van kritiek uit linkse hoek en van de
vakbonden doet het CDA af als
selectief. Daarbij wijst Hoekstra er niet alleen op dat de WW in de eerste maanden omhoog gaat, maar ook dat dit voorstel ook al in het advies van de commissie-Borstlap stond en dat het CDA in zijn
verkiezingsprogramma al had opgeschreven dat het dat advies overneemt:
“Wij gaan snel aan de slag met de aanbevelingen van de Commissie-Borstlap over de toekomst van de arbeidsmarkt. Dat begint met een herwaardering van het vaste contract als norm voor een duurzame arbeidsrelatie tussen werkgevers en werknemers en de aanpak van constructies rond schijnzelfstandigheid.”
Ik moet zeggen dat ‘herwaardering van het vaste contract’ net een ander gevoel geeft dan ‘inkorten van WW-duur’. Maar inderdaad, het CDA schreef al dat ‘Borstlap’ wordt omarmd. Daarmee is niet automatisch gezegd dat álle adviezen van die commissie worden overgenomen. Dat geldt ongetwijfeld ook voor andere politieke partijen die enthousiast zijn over de commissie-Borstlap.
De commissie-Borstlap heeft inderdaad
gesuggereerd de WW ‘hoog en kort’ te maken. Dat advies staat onder het kopje ‘weerbaarheid’. Dat deel van het advies gaat niet primair over een versobering van uitkeringen, maar over investeringen in de weerbaarheid van werknemers.
“Het toekomstperspectief is gericht op een beroepsbevolking die bestaat uit mensen die investeren in hun inzetbaarheid nu en in de toekomst. Duurzame inzetbaarheid is voor werkenden lastig geheel voor eigen rekening te waarborgen, omdat middelen op korte termijn dikwijls ontbreken en toekomstige baten onzeker zijn. Daarnaast is een aantal risico’s niet (voor iedereen) individueel verzekerbaar, wat maatschappelijk gezien vraagt om het bundelen van risico’s op collectief niveau. Een fundament waarin iedere werkende verzekerd is tegen de drie grote maatschappelijke risico’s (kennisveroudering, arbeidsongeschiktheid en lang leven) biedt zekerheid om flexibel te opereren.”
Borstlap pleit ervoor dat werkenden veel meer geholpen worden om hun kennis up to date te houden. Mensen moeten goed inzetbaar blijven en daarvoor moeten werkgevers en overheid de mogelijkheid bieden. En als dát eenmaal goed op orde is, is er geen reden meer oudere werknemers lang in werkloosheid te laten hangen. Daar past dan een korter durende WW bij. Dat klinkt toch net even anders dan het verhaal zoals Hoekstra dat nu brengt.