“Het huidige toeslagenstelsel wordt, in combinatie met het belastingstelsel, nog weleens beschreven als het “rondpompen van geld”, waarbij de suggestie gewekt wordt dat dat rondpompen overbodig zou zijn. Dat er geld wordt herverdeeld via het systeem van toeslagen en belastingen is juist. Maar is dat niet juist de essentie van onze moderne verzorgingsstaat?”
De alinea hierboven is niet mijn tekst. Dit schreven topambtenaren een jaar geleden in een
advies aan het kabinet. Het is het tweede deel van een zogeheten Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) over toeslagen. In
deel 1 beschreven de ambtenaren wat de problemen zijn met het huidige toeslagensysteem, in dit tweede deel zoeken ze naar een oplossing.
Dit citaat is heel relevant, omdat het nogal populair is het toeslagensysteem weg te zetten als een rondpompmachine. Ook ik heb dat wel gedaan. Alleen is een snelle conclusie vervolgens heel gevaarlijk, namelijk de suggestie dat je het daarom wel kunt afschaffen. Het rondpompen zit ‘m hierin dat inmiddels circa 5 miljoen huishoudens een of meerdere toeslagen krijgen, op 8 miljoen huishoudens in totaal is dat heel veel. Je kunt je dus zeker wel afvragen of dit systeem niet enorm uit de klauwen is gelopen.
Maar, zo zeggen de topambtenaren, de financiering van publieke voorziening gaat altijd via 'rondpompen’ van geld. Je haalt belastingen op en daarvan betaal je scholen, wegen, uitkeringen en tal van andere voorzieningen. Alleen krijgen hier de afnemers rechtstreeks dat geld in handen. Je betaalt zelf je huur, zorgpremie en kinderopvang, en via een huurtoeslag, zorgtoeslag of kinderopvangtoeslag maakt de overheid dit voor iedereen betaalbaar en toegankelijk. Daar kun je niet zomaar een streep doorheen zetten.
Na de kinderopvangtoeslagaffaire zouden politici dat misschien het liefste doen. Maar door de meer dan €13 miljard die worden uitbetaald via alle toeslagen kun je niet zomaar een streep zetten. Je ziet de worsteling daarmee ook in de verkiezingsprogramma’s. Simpele oplossingen zijn er niet. Want door marktwerking toe te laten in de huursector, bij zorgverzekeraars en in de kinderopvang moet je mensen financieel ondersteunen die deze voorzieningen anders niet kunnen betalen.
En dus zie je de oplossingen een paar kanten opgaan. Je kunt het systeem inkrimpen. Als 5 van de 8 miljoen huishoudens deze financiële steun nodig hebben, dan is er iets niet goedgegaan. Vermoedelijk is politiek compromis op politiek compromis gestapeld, moesten soms koopkrachtplaatjes worden rechtgetrokken en zo slibde dit deel van ons belastingstelsel helemaal dicht. Minder mensen aanspraak laten maken kan een manier zijn. Alleen is daarmee het systeem zelf niet veranderd.
De topambtenaren, en inmiddels ook het kabinet in
reactie op het parlementaire onderzoek naar de toeslagenaffaire, komen tot de conclusie dat een oplossing bínnen het stelsel niet meer mogelijk is. Toeslagen worden berekend op basis van heel precieze gegevens over inkomen en de uitgaven aan huur en kinderopvang. De aanvragers krijgen dat vooraf naar aanleiding van zelf ingeschatte bedragen en de afrekening volgt zo'n twee jaar later. Dat leidt tot zoveel nabetalingen en naheffingen dat de financiële kwetsbaarheid van mensen alleen maar toeneemt. Als je de toeslagen echt beperkt tot de laagste inkomens, dan blijft voor hen de toeslag een bron van onzekerheid, waar die zekerheid zou moeten bieden.
En dus concludeert het kabinet:
“Doorgaan zoals in het verleden kan niet meer. Voor het kabinet is het overduidelijk dat de problemen niet binnen het huidige toeslagenstelsel kunnen worden opgelost en dat we toe moeten naar een nieuw stelsel.”
Dan komen vanzelf radicalere oplossingen op tafel. Zoals het volledig integreren in het belastingstelsel. Dat kan bijvoorbeeld door mensen een vaste belastingkorting te geven en de laagste inkomens die deze korting niet met hun belastingen kunnen verrekenen zouden dan een negatieve belasting krijgen. Zo'n ‘verzilverbare heffingskorting’ wordt dan helemaal losgekoppeld van inkomen en zelfs van de vraag of je wel huurt of andere voorzieningen gebruikt. Ik zei al: een radicale oplossing. Het is dan aan mensen zelf om met die belastingkorting in de pocket zelf een afweging te maken hoe duur ze huren en welke zorgpolis ze nemen.
Bij optie 2 moet je je gaan afvragen of de financiering van de voorziening niet anders moet. Dat adviseren die topambtenaren ook ten aanzien van kinderopvang. Voor huren en zorg zijn ze terughoudend. Ook het kabinet sorteert voor op een andere financiering van de opvang:
“Wat betreft de financiering van de kinderopvang is het kabinet van mening dat op termijn de verantwoordelijkheid voor de financiering niet meer (volledig) bij de ouders moet worden gelegd, waarbij bepaalde complexe voorwaarden (zoals bijvoorbeeld de hoogte van het inkomen, het aantal gebruikte uren kinderopvang, het aantal uren werk en de uurprijs) voor hen komen te vervallen.”
Dit gaat richting gratis opvang, waar GroenLinks en D66 de verkiezingen mee ingaan. Daar kun je, zoals deze partijen willen, heel ver in gaan, door voor iedereen 4 gratis opvangdagen in de week mogelijk te maken. Je kunt dat ook beperken en/of vormen van eigen bijdragen introduceren. Alle varianten zijn mogelijk. Deze gedachte roept wel weer nieuwe vragen op. Niet voor niets sprak VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff van ‘staatscrèches’. Wil je wel dat deze sector volledig overheidsgefinancierd wordt? Wie voorkomt onnodig, bovenmaats gebruik van de opvang?
Het zijn legitieme vragen. Mij bevreemdde deze oplossing in eerste instantie ook. Maar inmiddels ben ik ervan overtuigd dat het ‘toeslagencircus’, dat ‘rondpompen’ van geld alleen aangepakt kan worden met heel vergaande alternatieven. Een beetje sleutelen aan de marge heeft geen enkele zin.