Afgelopen dagen las ik wat oude nieuwsbrieven terug. Daarin kan ik mooi de verwachtingen volgen die ik eerder in het jaar had. Dat is een mooie golfbeweging van onwetenheid en onzekerheid naar verbijstering en vertwijfeling. Helemaal in het begin, toen corona alleen nog in China was, kon ik me niet voorstellen dat wij daar ook last van zouden krijgen. Niet veel later, toen de ellende in Italië toesloeg, dacht ik nog dat Nederland dit varkentje wel eventjes zou wassen als het bij ons aankwam.
In die laatste gedachte werd ik gesteund door de experts die toen veelvuldig op televisie kwamen. Ik schreef er onlangs deze column over:
Coronaplan faalt door Hollandse arrogantie. Ik werd in slaap gesukkeld door gezondheidszorgdeskundigen die beweerden dat Nederland dit virus goed aankon doordat wij zo'n goed systeem van lokale GGD'en hebben en een fijnmazig netwerk van huisartsen. Niet veel later werd die Nederlandse infrastructuur onze Achilles-hiel, bij testen, bij brononderzoek en bij vaccineren.
Toen eind februari, begin maart dacht ik nog dat dit een kwestie van weken was. We moesten de maatregelen uitzitten en op een dag was het maandagochtend en was alles voorbij. We zouden elkaar in de armen vallen en de draad weer oppakken alsof er niks gebeurd was. Het economische steunprogramma was ook gericht op een tijdelijke bevriezing van de economie.
Gaandeweg drong het besef door dat dit een veel langduriger crisis zou kunnen zijn. Maatregelen en lockdowns duurden langer dan gedacht. Versoepelingen kwamen er maar mondjesmaat. Wat nu als we moeten wachten op aan vaccin dat er wellicht in de komende jaren nog niet is? Ik moet zeggen dat ik daarom de opluchting van juni/juli niet begreep. Iedereen deed alsof het probleem weg was. Versoepelingen kwamen nu heel rap, we mochten vrijelijk naar het buitenland. Maar we wisten toch dat er na een eerste golf een tweede zou komen?
Het was natuurlijk heerlijk eventjes te leven in die tussentijd. Inmiddels weten we dat de economie ook weer een forse sprong omhoog maakte. Daaruit putten we nu de hoop voor 2021 dat de economie snel zal opveren als deze crisis ten einde loopt. Maar uit talloze reconstructies blijkt dat ook het kabinet in deze naïviteit meeging. De zomer werd niet gebruikt om ons voor te bereiden op het vervolg van de crisis. Zo werd de ventilatie van verpleeghuizen en schoolgebouwen niet verbeterd, er werden geen plannen gemaakt voor het coronaproof openen van middelbare scholen. Bij het ministerie van Volksgezondheid en de GGD werd de testcapaciteit niet uitgebreid. Een vaccinatieplan werd niet voorbereid.
En toen kwam inderdaad die tweede golf. Het kabinet greep laat in. Premier Rutte bleef maar geloven in een vrijwillige gedragsverandering, die niet kwam. Een gedeeltelijke lockdown moest net zoveel effect hebben als de uitgebreidere lockdown van maart, terwijl de urgentie onder de bevolking aanzienlijk minder was. De strijd tegen corona werd steeds politieker en met name zorgminister De Jonge kwam onder vuur. Rutte komt met zijn gestoethaspel steeds weer weg. Want hij lacht er zo aardig bij.
De grote verandering kwam niet door Haags beleid (beter onderzoek bijvoorbeeld of massaal testen) maar door positief vaccin-nieuws. Wat we eerder in het jaar niet durfden te geloven gebeurde alsnog. Er kwamen vaccins beschikbaar. Veel sneller dan eerder durfden hopen. En ook nog eens met een grote effectiviteit. Ik moet eerlijk zeggen dat ik aanvankelijk niet meedeed met de Pfizer-euforie. Ik kon namelijk niet geloven dat dat vaccin er daadwerkelijk al was. Daar moest een addertje onder het gras zitten. Inmiddels zijn honderdduizenden mensen gevaccineerd - in landen om ons heen.
De vaccins zijn een gamechanger, om het even lelijk te zeggen. Die veranderen het vooruitzicht radicaal. Waar we eerst moesten proberen te leven met een virus dat we hooguit onder controle konden houden (de werkgevers riepen De Jonge op met massaal test tot een testsamenleving te komen) kunnen we het virus nu grotendeels uitbannen. Het verdwijnt niet, maar het gevaar is straks geweken.
Nu kunnen we hopen (of zelfs rekenen) op een einde aan de crisis in dit jaar nieuwe jaar. Welke maand precies, dat weten we niet. Maar dat de crisis voorbij gaat, is nu wel zeker. Dat helpt voor een positief gemoed. En dat maakt de economische opgave ook anders. De opdracht aan ondernemers om zich aan te passen aan een nieuw normaal kan overboord. Versoberingen van steun zijn niet nodig. Nu is het zaak ondernemers door die laatste maanden te slepen.
Het wordt wel een economisch herstel met twee gezichten. Terwijl er straks weer goede macro-economische cijfers komen, zal ook het aantal faillissementen en bedrijfsbeëindigingen toenemen. Ondanks de ruimhartige steun zullen ondernemers het niet redden. Daarmee neemt ook de werkloosheid toe. In die zin wordt de prijs van de crisis dit jaar betaald. Misschien valt het uiteindelijk mee, maar dit ligt wel in de lijn der verwachting. Consumenten zullen vermoedelijk wel weer meteen de portemonnee trekken zodra er weer wat lucht komt. Dat deden ze tussen de eerste en tweede golf immers ook.
De komende maanden vind ik nog het moeilijkst om mij voor te stellen. Want er is licht aan het einde van de tunnel, die tunnel zelf is momenteel nog erg donker. De tweede golf (of is dit alweer de derde) houdt maar aan, de lockdown heeft enig effect maar is het genoeg? Is het reëel dat na 19 januari de eerste versoepelingen worden doorgevoerd? Ik betwijfel het. Dat betekent dat we echt nog even vol moeten houden.
Dan belanden we in een situatie met een dubbel gevoel. Gaandeweg zijn meer mensen gevaccineerd - uiteindelijk ook in Nederland. Die groeiende groep zal wellicht moeite hebben zich aan de maatregelen te blijven houden? Ondertussen moet deze coronagolf wel onder controle komen. Ik vind het lastig me voor te stellen hoe dit loopt. Zijn hier de laatste loodjes ook het allerzwaarst of rollen we de komende maanden gladjes de crisis uit? Ik hoop natuurlijk het laatste.