Premier Mark Rutte wordt meestal gezien als een great communicator. Iemand die zeer behendig is in het bespelen van zijn gehoor, die alles kan uitleggen en uiteindelijk overal mee wegkomt. Aan dat laatste twijfel ik niet - kijk maar naar de torenhoge scores van hem en zijn VVD in de polls. Maar een great communicator? Dat kan ik met de beste wil van de wereld niet in de premier zien.
In mijn beleving strompelt hij van persconferentie. Waarbij het ene persmoment een reactie of correctie is op de vorige. Dan weer worden wij Nederlanders bestraffend toegesproken als een kleuterklas, met de dreigende straf van een lockdown. Dan weer is hij vooral bemoedigend, dan weer indringend. Maar een eenduidige lijn kan ik niet ontdekken.
Je kunt vergoelijkend zeggen dat het ook niet gemakkelijk is om deze crisis te managen. Dat is waar. Maar dat is wel precies waarom dergelijke bestuurders zijn aangesteld. Als besturen gewoon maar op de winkel passen was, dan kon iedereen het. Juist als burgemeester, commissaris van de koning, minister of premier word je geacht in de frontlinie te staan bij een crisissituatie en juist dán overtuigend de leiding te nemen.
Nu aarzelt het kabinet met ingrijpen. Pas na vele vermaningen aan de Hollandse kleuterklas komen de eerste maatregelen. Op een woensdag werd aangekondigd dat er vrijdag iets zou worden aangekondigd dat vervolgens zondagavond ingaat en niet meer behelst dan het schrappen van het laatste rondje in de kroeg. Meer maatregelen waren overduidelijk nodig. En die kwamen dan ook alsnog. Waarbij afgelopen maandag halsoverkop een persconferentie werd belegd, waarin die maatregelen - voorgekookt op zondag in het Catshuis - de volgende dag zouden ingaan.
De regionale aanpak is nu alweer losgelaten, terwijl die nog amper was toegepast. Toch niet zo handig, bij nader inzien. Een reeks ingewikkelde regels volgen over gezelschappen van 4, al dan niet inclusief of exclusief gezinsleden. Over groepen van maximaal 30 binnen en 40 buiten. Maar dan wel met uitzonderingen voor kerken, opleidingen en heel misschien voor theaters en bioscopen. Maar dat laatste moeten de veiligheidsregio’s beslissen. Soms doen ze dat snel, soms kost ze dat eventjes. Maar uiteindelijk wordt in alle wijsheid besloten dat het ene theater wel open mag blijven met meer dan 30 bezoekers en het andere niet.
Het mondkapjes-verhaal is al helemaal onbegrijpelijk. Op liberale wijze werd dat maandagavond over de schutting van winkeliers in de drie grote steden geknikkerd. Of Rutte zelf een mondkapjes zou gaan dragen bij het boodschappen doen? Na enige aarzeling dacht hij van wel. Voorstanders en tegenstanders van het verplichte mondkapje werden ‘gelovigen’ genoemd en zo probeerde hij zich te distantiëren van de richtingenstrijd. Bijzonder voor de leider van het land. Later in de week kwam hij er onder druk van het parlement op terug.
Besluiten hebben zo een ad hoc-karakter. Wispelturigheid voert de boventoon. Daar waar zekerheid en houvast moet worden geboden. En wat al helemaal ontbreekt, is perspectief. De notie dat we dit met z'n allen nog even moeten volhouden, want aan het einde van de tunnel gloort licht. Misschien zelfs wel het oude normaal.