De linkse oppositie probeerde met het voorstel voor de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) bij de Algemene Politieke Beschouwingen hetzelfde politieke nummertje te maken als eerder met de geplande afschaffing van de dividendbelasting. Twee jaar terug schoten de oppositiepartijen raak met hun kritiek op dit cadeautje voor de aandeelhouders van Unilever en Shell. Nu
probeerde onder meer Lilian Marijnissen van de SP het opnieuw:
“We hadden de dividendbelasting, we hadden de winstbelasting en nu hebben we de bedrijfsinvesteringskorting, of hoe die dan ook mag heten. Maar het is allemaal hetzelfde, een mooie naam voor hetzelfde, namelijk een belastingcadeau aan bedrijven.”
Twee jaar geleden wankelde de afschaffing van de dividendbelasting al snel, onder andere omdat VVD-fractieleider Klaas Dijkhof de werking ervan ‘een gok’. Ook andere coalitiegenoten leken het nut van die maatregelen niet in te zien. Die bres in de verdediging van de coalitie werd deze keer niet geslagen.
Het is strategisch gezien wel begrijpelijk dat SP, PvdA en GroenLinks deze investeringsaftrek bekritiseren. In hun ogen is die namelijk alleen al verdacht omdat het plan rechtstreeks uit de koker van werkgeversorganisatie VNO-NCW is gekomen. De lobbyclub zag voor de zomer al aankomen dat de beloofde verlaging van de winstbelasting er niet ging komen. Daar legden de werkgevers zich bij neer en kwamen prompt met de BIK op de proppen. Zo hengelden ze alsnog de €2 miljard binnen.
Hoe deze BIK precies gaat werken, is nog onduidelijk. Dat zinde PvdA-leider Lodewijk Asscher ook al niet:
“Ik wil een punt van orde maken. We hebben gisteren de stukken gekregen bij het Belastingplan en alle wetsvoorstellen. Daarbij ontbrak het wetsvoorstel voor de voorgenomen maatregel BIK, waaraan 2 miljard wordt uitgegeven. Dat is een van de grootste verschuivingen.”
Binnenkort moet blijken hoe deze investeringsimpuls precies werkt. De gedachte bij VNO is dat bedrijven een bepaald deel van hun investeringen mogen aftrekken van de loonheffing. Zo wordt een investeringsaftrek gekoppeld aan de loonsom en lijkt het erop dat de werkgelegenheid ook wordt gestimuleerd. Zo zou bijna niemand er toch op tegen kunnen zijn?
Staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën gaf echter al toe dat dat werkgelegenheidseffect er niet zal zijn. Dit
schreef het FD daarover:
“De BIK is niet gekoppeld aan het aantal banen dat een bedrijf creëert, zei Vijlbrief (D66) eerder deze week tegen het FD. Zo'n koppeling is volgens hem onuitvoerbaar. Als banengroei het doel is, zouden de arbeidskosten voor werkgevers moeten worden verlaagd, voegde hij daaraan toe.”
Ondertussen is het Centraal Planbureau aanzienlijk minder enthousiast dan de bedenkers bij VNO-NCW. De rekenmeesters halen
herinneringen op aan de WIR, een investeringssubsidie uit de jaren tachtig. Die ontspoorde destijds volledig:
“De WIR was een populaire regeling met een bbp-beslag van meer dan 1% bbp per jaar.51 De WIR werd vanwege een te hoge mate van oneigenlijk gebruik in 1988 afgeschaft.”
Hoe ziet het CPB dit plan? Als een zinvolle lastenverlichting? Zo ziet Financiën de BIK wel, zo blijkt uit de Miljoenennota. Maar het CPB kwalificeert deze regeling van €2 miljard anders, namelijk als een subsidie en dus als een extra overheidsuitgave. En dat is veelzeggend,
betoogt econoom Wimar Bolhuis. Want de BIK kan gemakkelijk veel duurder uitpakken in de praktijk:
“Zo kan de BIK een cynisch afscheidscadeau voor
scheidend VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer blijken te zijn. Het besluit de winstbelasting niet te verlagen, is
last minute politiek gecompenseerd met dit presentje dat op grotere schaal werkgeverslasten vermindert.”